Gaby van Melick: ‘Niet gezag, maar gedrag’

Om een bijdrage te leveren aan de discussies over gezag en eventuele gezagsproblemen heeft de onderzoeksstagiair van de Stichting Maatschappij en Veiligheid, Gaby van Melick in het kader van haar masterscriptie Bestuurskunde voor de Radboud Universiteit Nijmegen onderzoek gedaan naar het gedrag van burgers tegenover handhavers en naar de motieven die daaraan ten grondslag liggen. Op woensdag 15 januari 2014 zal zij haar masterbul Bestuurskunde in ontvangst nemen.

De insteek van dit onderzoek komt voort uit het idee dat bij gezag meestal over het gedrag van burgers tegenover handhavers wordt gesproken. Vaak wordt geroepen dat het gezag van gezagsdragers afneemt aangezien burgers niet meer naar hen luisteren, niet meer gehoorzamen of minder respect tonen. Tegelijkertijd wordt daarbij echter vaak naar specifieke groepen, zoals (groepen) jongeren of burgers onder invloed, verwezen. Vandaar dat wordt gekeken in hoeverre willekeurige burgers nu daadwerkelijk gehoorzamen en waarom. Hieronder vindt u een korte samenvatting van het onderzoek.

Voor de gegevens heeft Gaby zo’n 2 weken fulltime meegelopen met politieagenten en BOA’s om te observeren hoe hun contacten met burgers verliepen en hoe deze zich gedroegen. Ook zijn de burgers gevraagd waarom zij zich zo gedroegen en zijn de inzichten en ervaringen van de handhavers meegenomen.

In de praktijk bleek er weinig ongehoorzaamheid en non-coöperatie. Wel bleek de vertoonde gehoorzaamheid en coöperatie niet altijd even spontaan, welwillend en volledig. Ook vermeden sommige burgers eenvoudigweg het contact met de handhavers, gingen ze creatief met een aanwijzing om of zeiden ze deze niet te kunnen uitvoeren. Ze konden zich bijvoorbeeld niet legitimeren, omdat zij geen identificatie bij zich hadden.

Verder bleken burgers het vanzelfsprekend te vinden om te doen wat een handhaver vroeg: te stoppen als hij dit aangaf bijvoorbeeld. Meestal hadden ze hier niet eens over nagedacht of realiseerden ze zich niet eens dat ze ook níet hadden kunnen stoppen. Dit omdat het verplicht is te stoppen, dit zo hoort, het geen zin heeft niet te stoppen of niet stoppen de situatie alleen maar erger maakt. Al zou de burger dit misschien wel overwegen als stoppen een gevaarlijke situatie kan opleveren of als hij een groot vergrijp had gepleegd.

Wanneer een boete opgelegd werd, bleken veel burgers deze berustend te aanvaarden. Vaak vanwege de onvermijdelijkheid daarvan of omdat ze gewoon fout zaten. Daarnaast waren ook veel burgers kritisch. Was het (gezien de omstandigheden) wel noodzakelijk, gepast, terecht en rechtvaardig een boete op te leggen en was de boete wel in verhouding tot de overtreding? Hoe sterker burgers het gevoel hadden dat dit niet het geval was, hoe heftiger ze reageerden. Ondanks enkele heftige reacties was het gedrag meestal echter niet of nauwelijks onbeleefd, grof, verbaal of fysiek gewelddadig of dreigend. Burgers vonden een boete uiteraard vervelend, maar gedroegen zich lang niet altijd vervelend.

Veel burgers gaven daarbij aan dat ze het eenvoudigweg normaal vinden om op een fatsoenlijke manier met anderen om te gaan. Bovendien zijn (dreigen met) verbale en/of fysieke agressie dingen die je gewoon niet doet. Ook lijkt het een rol te spelen dat dergelijk gedrag je situatie niet helpt. Wel vinden burgers het belangrijk dat de handhaver zich ook normaal en fatsoenlijk gedraagt tegenover hen. Anders zouden sommigen anders reageren. Ook handhavers halen het idee van actie-reactie aan. In deze gevallen is er dus een specifieke aanleiding waarop burgers ander gedrag vertonen. Ook het gevoel dat burgers bijvoorbeeld niet eerlijk behandeld worden, kan een heftige (a-typische) reactie uitlokken. Bovendien zijn het vrij geladen situaties – boetes zijn vervelend – die nogal wat emotie en daarmee gefrustreerde uitlatingen kunnen uitlokken bij burgers. Tot op zekere hoogte moet hier niet (overdreven) op gereageerd worden, zodat de burger de kans krijgt te kalmeren.

Kortom, burgers gedragen zich in hoge mate zoals zij gepast vinden en wettelijk voorgeschreven is, waarbij dit gedrag veelal onbewust is. Burgers kunnen dan ook in verschillende typen onderverdeeld worden. Hun uiteindelijke gedrag en reactie in een specifieke situatie wordt verder beïnvloed door hoe zij de situatie en eventuele boete ervaren en hoe zij zich behandeld voelen: is er een reden voor ander gedrag? Het gedrag, de communicatie en de reactie van de handhaver zijn hierbij zeer belangrijk.

Voor het volledige onderzoek, klik hier

Om contact op te nemen met Gaby van Melick, klik hier

Het woord is aan…

Veiligheid is van iedereen. We geven daarom graag het woord aan een breed scala van externe deskundigen om onderzoeken, ideeën en inspiratie met u te delen.

Het gaat hierbij niet om standpunten van de Stichting Maatschappij en Veiligheid. De stichting is dan ook niet verantwoordelijk voor de inhoud van de rubriek ‘Het woord is aan …’

Heeft u een interessant artikel dat u graag wilt delen? Neem contact met ons op via smv@maatschappijenveiligheid.nl.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *