Onlangs verscheen van onderzoeksjournalist Marcel van Silfhout het boek ‘Uitgebeend’, met als ondertitel ‘Hoe veilig is ons voedsel nog?’ In zijn boek analyseert Van Silfhout een aantal recente voedselaffaires en schetst de ontwikkelingen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
Prof. mr. Pieter van Vollenhoven, voorzitter van de SMV, schreef een nawoord in het boek, waarin hij duidelijk maakt dat de problemen de NVWA overstijgen. Los van de bezuinigingen bij de NVWA speelt er een principieler probleem, namelijk de vraag wie er verantwoordelijk is voor onze (in dit geval voedsel-) veiligheid en hoe het toezicht functioneert. Deze vragen spelen ook in andere sectoren!
HET NAWOORD IN ‘UITGEBEEND’:
De Stichting Maatschappij en Veiligheid (SMV) heeft de onderzoeksjournalist Marcel van Silfhout gevraagd of hij zich eens kritisch zou willen verdiepen in het onderwerp voedselveiligheid. Regelmatig wordt onze samenleving immers geconfronteerd met ernstige gebeurtenissen in deze sector, waarbij wij ons zelfs kunnen gaan afvragen of je de veiligheid in deze sector nog wel serieus kunt nemen.
Naar de mening van de SMV is bij vele ernstige gebeurtenissen – of je nu spreekt over het onderwerp patiëntveiligheid, voedselveiligheid, de ramp in de Golf van Mexico, de brand in het detentiecentrum op Schiphol etc. etc. –steeds weer sprake van hetzelfde structurele veiligheidsprobleem.
Uit vele (onafhankelijke) onderzoeken valt namelijk te constateren dat door de introductie van het begrip zelfregulering een onbalans is ontstaan tussen de verantwoordelijkheid van de overheid voor veiligheid enerzijds en die van de onderneming of organisatie anderzijds. Met de introductie van de zelfregulering zijn wij immers terechtgekomen in het tijdperk van: “Laat de veiligheid aan de sector of de organisaties zelf over”. Iedere organisatie wordt nu geacht zijn eigen verantwoordelijkheid voor veiligheid te nemen. “Geen betutteling meer door de overheid en de overheid op afstand!”.
Op zich kan de SMV volledig onderschrijven dat de veiligheid moet worden gezien als een gedeelde verantwoordelijkheid. Iedereen met enige belangstelling voor het vraagstuk veiligheid realiseert zich dat de overheid toch nimmer alleen de veiligheid kan garanderen of waarborgen.
Echter, helaas heeft de overheid – terwijl veiligheid toch haar kerntaak was en nog steeds is – nimmer de (eenduidige) regie genomen over de vraag wat wij als samenleving eigenlijk van die eigen verantwoordelijkheid voor veiligheid van ondernemingen of organisaties zouden mogen verwachten. Om deze reden stelde de onderzoekscommissie naar de vuurwerkramp in Enschede dan ook voor dat in een maatschappelijk debat de balans moest worden opgemaakt tussen de omvang van de verantwoordelijkheid van de overheid voor veiligheid en die van een onderneming. Dit debat – voorgesteld in het eindrapport in 2001 – heeft echter nooit plaatsgevonden.
Een andere ernstige consequentie van de zelfregulering – van die woorden “laat de veiligheid aan de sector zelf over” – is dat de veiligheid nu minder in wetgevende regels, de verbindende voorschriften, wordt vastgelegd, maar meer en meer wordt overgelaten aan de normen en richtlijnen van de sector of van de organisaties zelf. Dat zijn geen verbindende voorschriften en onttrekken zich om deze reden dan ook veelal aan het toezicht van de overheid; de toezichthouders moeten zich immers beperken tot het toezicht op de verbindende voorschriften. Voor de handhaving van deze normen en richtlijnen zijn wij als samenleving dus zeer afhankelijk van het interne toezicht van de organisaties zelf. Zelf heb ik bij vele onafhankelijke onderzoeken mogen ervaren dat de organisaties zich regelmatig niet hielden aan hun eigen afspraken of aan de regels van de sector, vaak op grond van economische motieven – winst prevaleerde boven de veiligheid – of op grond van het gegeven dat deze regels toch geen verbindende voorschriften waren!
De Stichting Maatschappij en Veiligheid acht het voor de veiligheid van onze samenleving noodzakelijk dat er duidelijkheid komt over die eigen verantwoordelijkheid voor veiligheid bij organisaties en ondernemingen. Naar onze mening dienen de beginselen waaraan die eigen verantwoordelijkheid moet voldoen wettelijk te worden vastgelegd.
Daarnaast zal er in onze samenleving duidelijkheid moeten komen over wat wij nu precies van het interne toezicht en van het externe, het overheidstoezicht, mogen verwachten. Gezien mijn ervaringen met klokkenluiders ligt het niet in de lijn der verwachtingen, dat het interne toezicht in staat is om een afdeling of een fabriek te sluiten als men zich niet aan de regels van de sector houdt!
De SMV zal zich met uw steun – en in dit geval de steun van de schrijver Marcel van Silfhout – blijven inzetten voor het bewerkstelligen van de balans van verantwoordelijkheden die voor onze veiligheid uitermate essentieel is.
—————————————-
Meer lezen over de boekpresentatie van ‘Uitgebeend’ en bestelinformatie? Klik dan hier