Professor mr. Pieter van Vollenhoven riep halverwege vorig jaar op om een debat te starten over het inhoud geven aan de eigen verantwoordelijkheid voor veiligheid. Sinds de jaren tachtig wordt veiligheid niet meer alleen beschouwd als een overheidstaak, maar als een gedeelde verantwoordelijkheid van overheid, burgers, ondernemingen en organisaties. Van Vollenhoven stelt dat het logisch zou zijn geweest wanneer de overheid bij deze koerswijziging de regie op zich had genomen en duidelijk had gemaakt waaruit de eigen verantwoordelijkheid voor veiligheid van burgers, ondernemingen en organisaties bestaat. Wat mag je van hen op dit gebied verwachten en hoe verhouden deze nieuwe verantwoordelijkheden zich tot die van de overheid? Na het zien van twee films wil ik daar graag iets aan toevoegen.
De eerste film is Jagten (2012), waarbij een leraar en vader wordt beschuldigd van seksueel misbruik. Volgens vastgelegde procedures hoort hij aanvankelijk niet waarvan hij precies wordt verdacht en wie hem (allemaal) beschuldigt. De kijker weet dat de beschuldiging een leugen is. Maar toch zorgt deze bijna niet te weerleggen leugen er onder meer voor dat hij wordt opgejaagd, zijn vrienden verliest, niet meer in winkels mag komen en zijn hond vermoord terugvindt. Deze week heb ik de film Prisoners (2013) gezien, waarin een vader op zoek gaat naar zijn vermiste dochter en vriendin. Het enige aanknopingspunt is een vervallen camper die eerder in hun straat stond geparkeerd. Wegens gebrek aan bewijs moet de verdachte bestuurder van de camper in vrijheid worden gesteld. De vader besluit uiteindelijk het recht in eigen hand te nemen, met alle gevolgen van dien.
Beide films hebben een enorme indruk op me gemaakt. Maar het gemeenschappelijke scenario ‘eigen rechter spelen’ speelt zich in onze maatschappij ook af. Wellicht steeds vaker als gevolg van het gebruik van sociale media. In Harderwijk bijvoorbeeld braken mensen in bij een huis na een bericht over een pedofiel. De familie van de maker van een film waarin een pony wordt mishandeld, werd zelf aangeschoten wild en moest onderduiken. Echt nieuw is het ook weer niet, want begin 2008 stond al een menigte voor een gebouw in Drachten waar een naamgenoot van Joran van der Sloot een flat huurde. Dat gebeurde kort na de uitzending van de “vermeende bekentenis” in het tv-programma van Peter R. De Vries.
De oproep van prof. mr. Pieter van Vollenhoven volgend is mijn wens voor 2014: duidelijkheid creëren over wat je mag verwachten ten aanzien van het gebruik van sociale media bij opsporing. Wat betekent het voor burgers als we gebruik maken van sociale media in geval van opsporing? Wat betekent het als nieuws nep is? Denk bijvoorbeeld aan vermeende en valse vermissingen of valse beschuldigingen. Wat betekent het gebruik van sociale media voor de rechtsgang? Wanneer worden bijvoorbeeld lagere straffen gegeven, omdat verdachten al voldoende zijn gestraft op de sociale media? En wat betekent het doorsturen van valse berichten? Wordt dit verboden net zoals op de Filipijnen? Mijn wens is dat we met elkaar dit vraagstuk scherp krijgen in 2014. Doen jullie mee?
Roy Johannink
Roy Johannink is senior adviseur Beleid en Onderzoek / Clustermanager bij het bureau VDMMP. Hij doet onderzoek op het terrein van maatschappelijke veiligheidsvraagstukken en crisisbeheersing. Hij adviseert o.a. politie, justitie, gemeenten en gemeentelijke diensten en geeft daarnaast presentaties en workshops over invloed en meerwaarde van sociale media, evenementenveiligheid, crisiscommunicatie, crisisbeheersing en burgerparticipatie 2.0.
Het woord is aan…
Veiligheid is van iedereen. We geven daarom graag het woord aan een breed scala van externe deskundigen om onderzoeken, ideeën en inspiratie met u te delen.
Het gaat hierbij niet om standpunten van de Stichting Maatschappij en Veiligheid. De stichting is dan ook niet verantwoordelijk voor de inhoud van de rubriek ‘Het woord is aan …’
Heeft u een interessant artikel dat u graag wilt delen? Neem contact met ons op via smv@maatschappijenveiligheid.nl.