Onderzoek naar imago politie

11 september 2013

De Nederlandse bevolking is ontevreden over de bereikbaarheid van de politie. Dat is één van de conclusies van een onderzoek naar het imago van de politie onder de bevolking dat in opdracht van Stichting Maatschappij en Veiligheid is uitgevoerd door onderzoeksbureau Motivaction. 

In het onderzoek kwamen vragen aan de orde als: Welke beelden heeft de bevolking van het functioneren van de politie op dit moment? Welke eigenschappen vindt men dat de politie op dit moment heeft? En over welke eigenschappen zou, volgens de bevolking, een ‘ideale’ politie moeten beschikken? In hoeverre wordt de politie gerespecteerd? En: Op welke punten vindt men dat de politie tekort schiet?

Resultaten

Het imago van de Nederlandse politie onder de bevolking is op belangrijke onderwerpen positief. Eigenschappen die de bevolking het meeste van toepassing vindt op de Nederlandse politie zijn: fatsoen, behulpzaamheid, betrouwbaarheid, professionaliteit en deskundigheid. Dat zijn belangrijke positieve eigenschappen voor de politie van een democratische rechtstaat. Betrouwbaarheid en professionaliteit worden door de bevolking niet alleen in sterke mate aanwezig geacht, het worden ook hele belangrijke eigenschappen gevonden. Fatsoen en behulpzaamheid vindt de bevolking minder belangrijk.

Er zijn ook eigenschappen die de bevolking belangrijk vindt, maar die men in mindere mate aanwezig acht bij de Nederlandse politie: bereikbaarheid, objectiviteit/onpartijdigheid, daadkracht en gezag.

Bereikbaarheid wordt als het grootste probleem ervaren. Het oordeel over de bereikbaarheid is op dit moment het onderwerp dat het verst verwijderd is van wat men idealiter zou willen. Dit geldt vooral in meer landelijke gebieden en bij ouderen. Het onderzoek geeft geen antwoord op de vraag welke bereikbaarheidsproblemen precies tot het kritische oordeel leiden. Het kan gaan om 112-meldingen, om de bereikbaarheid via het ‘gewone’ telefoonnummer, om bureaus die gesloten zijn of om het in contact komen met een concrete politieambtenaar naar aanleiding van een voorval waarbij men betrokken is geweest. Uit ander onderzoek is bekend dat al deze problemen geregeld tot kritiek leiden. Voor de politie ligt hier hoe dan ook een belangrijk actiepunt.

Objectiviteit en onpartijdigheid vormen eveneens belangrijke thema’s – de bevolking vindt deze aspecten belangrijk, maar men vindt ze minder sterk aanwezig bij de politie. Ook gezag is een probleem. Daarmee wordt bedoeld dat de politie onvoldoende gezag uitstraalt. In samenhang daarmee vinden veel burgers de politie ook onvoldoende daadkrachtig, te ‘soft’. En een meerderheid van de bevolking vindt dat de politie te weinig wordt gerespecteerd. Er lijkt samenhang te bestaan tussen de thema’s daadkracht, gezag en respect. Men mag hieruit echter niet concluderen dat daadkrachtiger optreden automatisch zal leiden tot meer respect. Mensen vinden wel dat de politie harder moet optreden, maar dat gaat altijd over harder optreden tegen anderen. Als zij zelf ‘slachtoffer’ worden van harder optreden, leidt dat meestal niet tot meer respect.

Tussen wat burgers als werkelijkheid ervaren en hun gewenste ideaalbeeld bestaat een aantal verschillen. De politie presteert beter dan deze wensen van de bevolking als het gaat om fatsoen, behulpzaamheid en moed. Daartegenover liggen bereikbaarheid, betrouwbaarheid, gezaghebbendheid en onpartijdigheid onder wat de bevolking als wenselijk ziet.

Eén van de mogelijkheden die de politie heeft om de visie van de bevolking te beïnvloeden, is tijdens contacten die burgers en politie hebben. In overeenstemming met ander onderzoek komt ook in dit onderzoek naar voren dat burgers die slachtoffer zijn geworden van een incident gemiddeld genomen een minder gunstig oordeel hebben over de politie. Een positief oordeel over het contact met de politie hangt vooral samen met de manier waarop burgers door de politie zijn behandeld. Als zij serieus werden genomen in het contact, als er sprake was van een correcte en vriendelijke behandeling, als er behulpzaam werd optreden, dan leidt dat tot een positiever oordeel. Contacten met de wijkagent worden gewoonlijk als positief ervaren.

Overigens mag men niet vergeten dat de aard van politiewerk met zich meebrengt dat een deel van de contacten tussen de politie en burgers onontkoombaar zodanig zal verlopen dat er sprake zal zijn van ontevredenheid.

KLIK HIER VOOR HET ONDERZOEKSRAPPORT VAN MOTIVACTION

Achtergrond van deze studie:

Wat betekenen veranderingen in de veiligheidszorg voor de bevolking?                          

Er verandert veel in de veiligheidszorg. Dat roept vragen op. Zoals de vraag wat al die veranderingen betekenen voor de bevolking. Wat mensen er van vinden. Vinden ze bijvoorbeeld dat de veiligheidszorg er beter door gaat functioneren of juist niet? Voelen ze zich veiliger? Hoe beoordelen en respecteren zij de organisaties die zich met veiligheid bezig houden? En hoe zien zij de rol die ze zelf worden geacht te vervullen?

Om die vragen te beantwoorden heeft de Stichting Maatschappij en Veiligheid aan onderzoeksbureau Motivaction gevraagd een onderzoek in te stellen, gericht op een paar belangrijke veranderingen. Het gaat om de volgende:

In de eerste plaats is de politie gereorganiseerd: de 26 regionale korpsen zijn per 1 januari 2013 samengevoegd tot één groot nationaal korps. Dat nieuwe nationale korps moet in de toekomst de veiligheid beter garanderen dan de ‘oude’ organisatie en het moet leiden tot meer tevreden burgers. De vraag is: gaat dat ook gebeuren?

In de tweede plaats is er de afgelopen jaren sprake geweest van een forse toename van ‘nieuwe’ typen politie: bijzondere opsporingsambtenaren, toezichthouders, verkeersregelaars, stadswachten, noem maar op. Zij doen veel taken die voorheen door de politie werden gedaan. En ze gaan steeds meer doen, zoals de behandeling van winkeldiefstal. Hoe ervaart de bevolking deze ontwikkelingen? Is men er tevreden over? Mogen stadswachten en hun veelsoortige collega’s wat hen betreft straks nog meer taken gaan doen?

In de derde plaats wordt er steeds vaker een beroep op de bevolking zelf gedaan. Burgers zijn niet meer alleen (zoals vroeger) ‘de ogen en de oren van de politie’ – van hen wordt in toenemende mate verwacht dat zij zelf (mede) verantwoordelijkheid nemen voor veiligheid. Natuurlijk binnen grenzen, maar steeds vaker wordt gewezen op de noodzaak om zelfredzaam te zijn en burgermoed te tonen. Spelen politie en andere veiligheidsorganisaties daarop voldoende in? Denken burgers en (bijvoorbeeld) politie ongeveer gelijk over wat belangrijk is en wat niet?

De veranderingen zijn onder meer een reactie op de toegenomen wens om het steeds veiliger te maken, maar ook op de noodzaak tot bezuinigingen en op de nieuwe visie dat veiligheid alleen maar kan groeien als iedereen zich daarvoor mede verantwoordelijk voelt. Wat vinden mensen belangrijk en in welke mate voldoen de betreffende organisaties daaraan? Hoe ontwikkelen deze oordelen zich in de loop der tijd? Zijn er knelpunten waaraan aandacht moet worden besteed? Deze vragen zijn aan bod gekomen in het onderzoek. Uiteraard met de bedoeling om het over een aantal jaren te herhalen zodat kan worden bezien hoe de vlag er dan bij hangt.

In een aantal publicaties zal de Stichting Maatschappij en Veiligheid de uitkomsten van dit onderzoek over het voetlicht brengen. In deze eerste publicatie staat het imago van de politie centraal.

 

7 reacties op “Onderzoek naar imago politie

  1. Jammer dat het onderzoek niet alle feiten weergeeft. Er wordt een scheef en onterecht beeld geschapen. Maar daar is de Telegraaf goed in, dat hebben we vaker meegemaakt. Het is niet zozeer de politie die met haar imago kampt maar juist een groot deel van de Nederlandse maatschappij. Elke dag maken we mee hoe burgers normen en waarden verliezen, zich onbeschoft gedragen en maling hebben aan veel. Het is dan ook gemakkelijk om de politie de schuld te geven dan wel deze organisatie als zondebok te zien. Vroeger waren het de buitenlanders die de schuld kregen, we weten waar dat toe geleid heeft.

  2. Met name in de plattelandsgebieden dreigt de aanspreekbare politie te verdwijnen. Bureaus worden gesloten en voor een aangifte moet men naar een grotere plaats ergens in de regio waar ook nog eens het parkeren een groot probleem is. Wijkagenten kunnen het werk niet meer aan. Ondanks mooie beloften zijn de beschikbare uren voor hun op straat steeds minder geworden. Zij worden ingezet voor de noodhulp en zijn steeds vaker de sluitpost om de noodhulp draaiende te houden. De meeste van hun krijgen 1 a 2 dagen in de week om hun wijkwerk te klaren hetgeen structureel veel te weinig is. Publiek wil een herkenbare aanspreekbare politie in de wijk en heeft geen behoefte aan en vertrouwen in de vele boa’s die in het straatbeeld zijn verschenen. Dat geld is beter besteed aan de noodzakelijke uitbreiding van de politie die dat werk er dan weer prima bij kan doen.

    • In Zoetermeer zijn 2 wijkagenten feitelijk belast met a: het aansturen van Volontairs belast met buurtonderzoek na inbraken en B: aansturen van de Volontairs-buiten voor evenementen etc.
      Feit is dat in de taakomschrijving van de beide wijkagenten deze aansturing niet is opgenomen.

  3. Omtrent de bereikbaarheid mijn volgende punt: Binnen de Nederlandse Politie wordt erg gehamerd op het feit dat benamingen van de nieuwe Eenheden of voormalige korpsen niet meer gebruikt mogen worden. Dit zal m.i. voor meer onduidelijkheid zorgen bij de burgers die graag willen weten binnen welke werkeenheid iemand werkzaam is. Ik ben begonnen bij de gemeentepolitie Alphen aan den Rijn, na de reorganistie Hollands-Midden en thans bij De Politie. Schaalvergroting zorgt in dit geval voor veel onduidelijkheid bij de burgers.

  4. Ja, het imago van de politie is voor verbetering vatbaar. Ik ben het grotendeels eens met het rapport van de SMVP, hoewel de Nederlander ook eens wat minder TV en wat vaker in een spiegel zou moeten kijken. Het politievak is erg boeiend en het kan ook dankbaar, fantastisch en dramatisch tegelijk zijn. Buitenstaanders hebben geen idee wat er zich binnen een politiebureau of politiemens kan afspelen. Dat geldt ook voor een krant als De Telegraaf en zijn journalisten. Ik vind dat de invloed van afrekencultuur en verantwoordingsdrift bij de politie uit de hand is gelopen. Af en toe lijkt het dat bij kritische geluiden de knop naar links wordt gedraaid. Rooster- en werkdruk zijn door capaciteitsproblemen en een m.i. scheefgegroeide verhouding tussen het Blauw Op Straat en het Blauw In Het Gebouw bijna voelbaar geworden. Of de oplossing “Nationale Politie” heet weet ik niet. Vooralsnog hoor en lees ik dat er ‘grote cultuurveranderingen’ op komst zijn. Ik ben benieuwd. Er zal veel moeten veranderen. De protocollen en de vaak dwingende administratieve processen en de belachelijke papierwinkel bij eenvoudige zaken bijvoorbeeld. Dat Aanvalsplan Bureaucratie van Opstelten moet echt met de turbo door de politieorganisatie. Ook de ICT die de politie nu gebruikt vind ik af en toe dramatisch. En ik hoop dat de term ‘robuust’ daadwerkelijk gaat gelden voor het inhoudelijke werk van wijkteams. Vooralsnog lijkt het dat dit vooral de grootte en de ‘breedte’ van teams gaat kenmerken. Ook bij wijkgericht werken geldt: hoe breder, hoe platter. Ik hoop écht dat de Nationale Politie bij dat werk niet gaat zorgen voor verticalisering van aansturing en dat we de verbinding met de mensen in de wijk houden. Ik hoop écht dat het werk van de diender op straat centraal komt te staan. Dat ondersteunende diensten vooral ondersteunen en rechercheurs in wijkteams de ruimte en capaciteit krijgen om zaken goed op te pakken. Pas dan zal er sprake zijn van een feitelijke imagoverbetering.
    Wat het verlies aan respect voor de politie en de verhuftering in de samenleving betreft; er is al heel veel gebeurd. Vooral op papier. Heel veel solide plannen en mooie brochures. De praktijk is dat er dagelijks politiemensen worden belemmerd in hun werk. En dat druk ik dan netjes uit. De Nederlandse samenleving is wat dat betreft ongezond. Ik zat een tijdje geleden op een terras, toen er een politiebusje stopte en twee agenten uitstapten, om een winkeldief op te halen. Treurigmakend waren sommige reacties uit het publiek. De één was nog ‘leuker’ dan de ander. Waarom maken (jonge) mensen direct een filmpje zodra agenten opduiken bij een incident? Waarom krijgt een conducteur in de trein geen hulp van andere reizigers als hij door een zwartrijder wordt aangevallen? Waarom zegt een meisje van 14 ‘mafkees!’ tegen mij als ik wat zeg van het plastic bakje dat ze op straat gooit? Er wordt binnen de politie gepraat over ‘voorbeeldfunctie’ en er worden prachtige integriteitsprotocollen opgesteld, maar moeten voorbeeldgedrag en omgangsvormen niet gewoon terug naar het gezin waar een kind vandaan komt? En zolang we nog toestaan dat eigenlijk alles moet kunnen worden gezegd en gezien op websites als GeenStijl.nl, zolang ouders drukker zijn met hun carrière dan hun kroost, zolang sommige televisiemakers amusementsporno maken en asociale ranzigheid als vermaak presenteren, ben ik niet erg optimistisch. Niet alleen de politie moet aan een cultuuromslag en een beter imago werken, het hele land is er al een tijdje rijp voor.

    Rob van Schaik (ex-wijkagent)

  5. Niet alleen in de plattelandsgebieden is de politie slecht aanspreekbaar. Wat denk je van de grote Centraal Stations? Tot voorkort was daar de Dienst Spoorwegpolitie van het KLPD de handhaver van de openbare orde op de Grote stations. Sinds de reorganisatie is de voormalige Spoorwegpolitie gaan vallen onder de Landelijke Eenheid dienst Infrastructuur. Daar vallen de verkeers- en de waterpolitie nu ook onder. De Landelijke Eenheid is van mening dat de dienst Infra een specialistische organistie is en heeft gelijk alle publieksfunctie op die grote stations gesloten. Mensen kunnen niet meer langs komen voor vragen of aangiftes. En er wordt wat gestolen op de stations en treinen. Het (reizigers) publiek wordt nu allemaal doorverwezen naar de regionale eenheden met de mededeling dat ze daar aangiften kunnen doen of anders via internet. Daar sta je dan met je koffers. Onbegrijpelijk omdat juist de minister en de korpschef er op hameren dat we dienstbaar moeten zijn en goed bereikbarr voor de burgers. Er is nog wel oud spoorwegpolitiepersoneel onder de vlag van de dienst Infra op de stations en in de treinen maar die houden zich vooral bezig met witwassen, mensenhandel, drugstransporten en agressie. Maar….over het algemeen in burger gekleed. Niet zichtbaar voor reizigerspubliek of spoorpersoneel.
    Onbegrijpelijk dat, gelet op de nieuwe manier van werken de regionale eenheden de bureau’s van de dienst Infra op de grote stations niet voor een deel bezetten en dat de, thans onzichtbare bureau’s weer toegankelijk worden voor publiek en slachtoffers. Creëren van meer tevreden burgers???? Aan mijn hoela. Zowel NS-personeel als de reizigers klagen over de onbereikbaarheid en weinig zichtbaarheid van de politie. En ik kan het weten.

Laat een antwoord achter aan T. Reschot Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *