In november 2017 bracht de Stichting Maatschappij en Veiligheid (SMV) een advies uit om voor de politie een aparte rechtbank in te stellen. Met dit voorstel beoogde de SMV dat bij toetsing en beoordeling van het gebruik van geweld door de politie recht wordt gedaan aan haar bijzondere taak en positie in onze samenleving. Politiemensen moeten immers in bedreigende situaties in een split second besluiten tot het gebruik van geweld. Een goede beoordeling van mogelijke inschattingsfouten achteraf vraagt om enige politiële kennis.
Naar aanleiding van het oorspronkelijke voorstel heeft de SMV verschillende reacties ontvangen, die voor de SMV aanleiding zijn geweest tot een nadere positiebepaling. Deze nadere positiebepaling heeft betrekking op 1/ de reikwijdte van de werkzaamheden van de aparte rechtbank voor de politie en 2/ de vereiste politiële deskundigheid van de zittende en staande magistratuur.
In het nieuwe voorstel ‘Naar een aparte rechtbank voor de politie: een nadere positiebepaling’ beperkt de SMV zich niet meer tot strafzaken waarbij politiemensen geweld hebben gebruikt, maar gaat het om álle strafzaken tegen politiemensen en ook om eenvoudige zaken zoals verkeersovertredingen.
Verder blijft de SMV van mening dat er bij strafzaken tegen politiemensen politiële deskundigheid aanwezig moet zijn, maar laat de SMV het open hoe in deze deskundigheid wordt voorzien.
Onverlet blijft dat de eenheid van rechtspraak ten aanzien van politiemensen bevorderd dient te worden en het niet zo kan zijn dat een agent bij de ene rechtbank wordt veroordeeld, terwijl een andere rechtbank voor een soortgelijk incident een agent vrijspreekt.
Download hier onze gehele notitie.