De Tweede Kamer heeft zich al eerder uitgesproken tegen het legaliseren van de wietteelt. De PvdA komt nu met een voorstel om in ieder geval een kwaliteitscontrole in te voeren op de wiet die bij de coffeeshops verkocht wordt, en coffeeshops die stelselmatig vervuilde wiet verkopen te beboeten.
De Stichting Maatschappij en Veiligheid, onder voorzitterschap van prof. mr. Pieter van Vollenhoven, heeft eerder een oproep gedaan om een eind te maken aan de patstelling in ons huidige coffeeshopbeleid. Het gedoogbeleid, waarbij coffeeshops cannabis aan de voordeur mogen verkopen, maar de teelt en toelevering ervan aan de achterdeur verboden blijven, is niet uit leggen. “Het is alsof je bier wel mag verkopen, maar niet mag brouwen en aanleveren”, aldus de voorzitter van de SMV in een interview in de Volkskrant van 9 mei 2015.
Volgens de SMV moet de Tweede Kamer zich uitspreken over het gedoogbeleid: Waarom wordt de verkoop van cannabis gedoogd? Als het gebruik van deze drugs oncontroleerbare gezondheidsrisico’s met zich meebrengt, ligt het voor de hand om het internationale verbod te handhaven. Als op grond van voortschrijdend inzicht wordt geconcludeerd dat het met die gezondheidsrisico’s wel meevalt, dan is het logisch om de achterdeur, met andere woorden de teelt en aanlevering bij de coffeeshops, te reguleren. In de huidige situatie wordt de – illegale – aanvoer van cannabis aan coffeeshops overgelaten aan criminelen en wordt er flink gerommeld met de kwaliteit van de wiet. Van overheidswege is daar nu geen controle op.
De overheid heeft een verantwoordelijkheid als het gaat om de veiligheid en kwaliteit van producten die legaal verkocht worden. Zo lang de overheid toestaat dat wiet door de coffeeshops verkocht wordt, is het dan niet logisch dat zij ook een verantwoordelijkheid heeft als het gaat om de kwaliteit van de wiet? Bij het gedogen past immers regulering en kwaliteitscontrole!