Nederland kent een lange traditie van vrijwilligers. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) berekent dat over de periode 2012-2016 49% van de Nederlanders minimaal één keer per jaar vrijwilligerswerk verricht. Over 2016 noemt het CBS zelfs een percentage van 49,7. Uit verschillende andere publicaties blijkt dat Nederland wat dit betreft bij de koplopers in Europa hoort, samen met Noorwegen, IJsland en Denemarken.
Als verklaring voor het feit dat Nederland zo goed scoort met vrijwilligerswerk wordt wel gewezen op een relatief hoog niveau van onderling en institutioneel vertrouwen in ons land. Vrijwilligerswerk bindt mensen – en vice versa: voldoende sociale binding zorgt er voor dat mensen vrijwilligerswerk gaan doen.
Maar de tijden zijn aan het veranderen en het doen van vrijwilligerswerk lijkt minder vanzelfsprekend te worden. Dit was voor de SMV aanleiding om prof dr. Lucas Meijs van de Erasmus Universiteit te vragen te kijken naar de positie van vrijwilligers en vrijwilligerswerk bij de brandweer, politie en Defensie en de bijdrage van een eventuele maatschappelijke dienstplicht. *
Een onderzoeksteam van de Rotterdam School of Management (RSM), Erasmus Universiteit heeft zich verdiept in deze specifieke vrijwilligerssectoren. Door het vergelijken van de sectoren onderling en door het scheppen van een meer algemeen perspectief willen de auteurs handvatten bieden bij het omgaan met vrijwilligersinzet in de dagelijkse praktijk.
Lees hier de notitie ‘Vrijwilligerswerk in de Openbare orde en Veiligheid – over brandweervrijwilligers, politievrijwilligers, nationale reserve en de maatschappelijke dienstplicht’.
* Onze activiteiten rondom de positie van vrijwilligers worden mede mogelijk gemaakt door het vfonds.