Tijdens een jaarwisseling verrichtte ik mijn nachtdienst in een kleine woonkern in ons land. In grote steden verwacht men calamiteiten en wordt er vaak al een groot aantal politiemensen achter de hand gehouden. De ervaring heeft echter geleerd dat in kleine woonkernen volkomen onverwachts de vlam in de pan kan slaan terwijl daar maar een beperkt aantal politiemensen aanwezig is.
Ik was daar toen samen met een collega en twee studenten op ‘de grote kruising’, waarvan bekend is dat daar ieder jaar direct na de jaarwisseling honderden (voor het merendeel reeds behoorlijk aangeschoten) jongeren met kratten bier en dergelijk naartoe komen en daar onder andere een groot vreugdevuur ontsteken. Vooraf wordt er reeds rekening mee gehouden dat er ook het nodige vernield zal worden. Dat wordt gedoogd, zoals dat zo mooi heet. Mijns inziens is dat echter een zwaktebod omdat we als politie onder andere vanwege tekort aan personeel niet meer kúnnen handhaven en dan zit er gewoon niets anders op dan gedogen. En dat alles onder het motto dat de jeugd toch ook enige vrijheid moet hebben.
De overheid heeft besloten om wat zwaarder vuurwerk toe te staan, nota bene om te voorkomen dat er illegaal vuurwerk het land binnengesmokkeld zou worden. Gevolg daarvan was onder andere dat men met stukken vuurwerk rondloopt met een geweldige explosiekracht. Ik kan u verkeersborden van 2mm dik metaal laten zien die van de paal af knalden waarop zij met stalen beugels bevestigd waren en volkomen opengereten werden.
Samen met de drie genoemde collegae stond ik daar in een joelende dronken menigte. Door mijn ervaring ben ik met mijn mond meestal goed in staat om situaties onder controle te brengen en door mijn lichamelijke training ben ik daarnaast ook fysiek redelijk weerbaar. Ik kan u echter vertellen dat ik in die nacht momenten van angst kende.
Angst, omdat ik werd omringd door vormen van geweld waartegen een politieman zich niet kan wapenen. Angst, om als gevolg van een vernietigende klap mijn gehoor of gezichtsvermogen kwijt te raken, omdat één of andere idioot er met zijn dronken hoofd behagen in schept om een projectiel naar die agent te gooien. Vanuit de menigte is toch niet te zien wie het gedaan heeft.
Om een niet te gemakkelijk mikpunt te vormen, verspreidden wij ons met oordopjes in (als gevolg waarvan je een slechte portofoonverbinding had met je collega) in de menigte. Terwijl wij daar stonden, zag en hoorde ik in de verte verkeersborden van palen af knallen.
Op een gegeven moment hoorde ik een gigantische klap waarna ik direct een hoop gejuich en gejoel hoorde. Ik worstelde mij tussen de menigte door naar die plaats en zag dat er een complete wand uit het bushokje was geslagen. Het liefst had ik al de gasten die er omheen stonden aangehouden, maar helaas ging dat niet.
Niemand van de jongelui (zo’n dertig stuks) had immers gezien wie het gedaan had. In zo’n geval moet je een gevoel van machteloze woede onderdrukken en kiezen voor je eigen veiligheid. Ik kan u vertellen, dat druist in tegen je politiehart.
Datzelfde gevoel kwam de volgende dag weer naar boven toen ik hoorde vertellen dat de jaarwisseling ook in dit dorp rustig was verlopen en dat de politie het helemaal in de hand had. En dat, terwijl er op die bewuste kruising alleen al voor duizenden euro’s schade was aangericht. Maar ja, het wordt ingecalculeerd en gedoogd.
Ik heb er dan moeite mee om de volgende dag weer die brave burger 90 Euro’s te laten betalen omdat hij zijn gordel niet om heeft, terwijl hij met zijn auto van zijn huis naar de winkel rijdt. Om aan onze ‘producten’ te komen is dat ‘laaghangende fruit’ makkelijk te plukken. Het is echter het type politieman dat ik niet wil zijn. Enerzijds veel gedogen omdat we niet anders meer kunnen en anderzijds strak handhaven op de gemakkelijke prooi omdat er op die wijze gemakkelijk geld in de staatskas vloeit. Ik besef dat ik wat chargeer, maar ik hoop dat u mijn gevoelens en die van veel collegae begrijpt.