Veiligheid. Wat mag je verwachten?

28 februari 2012

Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven, voorzitter van de Stichting Maatschappij Veiligheid en Politie, is één van de schrijvers in het februari themanummer van het Financieel Dagblad. Het thema is Veiligheid.

Van Vollenhoven wil alle lezers en lezeressen vragen om nog eens mee te denken over het onderwerp ‘de eigen verantwoordelijkheid voor veiligheid’.

Vroeger werd veiligheid lange tijd gezien als een taak van de overheid alleen. Maar in de 80-er en 90-er jaren van de vorige eeuw is in deze filosofie, zowel nationaal als internationaal, een fundamentele wijziging gekomen. Sindsdien wordt veiligheid nog wel gezien als  een taak van de overheid, maar… burgers, ondernemingen en organisaties zijn hiervoor nu medeverantwoordelijk geworden. Op zich vind ik deze koerswijziging logisch en begrijpelijk, omdat velen zich realiseren dat de overheid natuurlijk nooit alleen de veiligheid kan garanderen of waarborgen. Maar helaas heeft de overheid nooit de regie genomen om – liefst zo eenduidig mogelijk – vast te stellen wat je nu eigenlijk van die eigen verantwoordelijkheid van ondernemingen en/of organisaties zou mogen verwachten.

Tijdperk van de zelfregulering

Bij vele onafhankelijke onderzoeken blijkt daarover in de praktijk grote onduidelijkheid te bestaan. Vroeger werd na bijna alle ernstige gebeurtenissen heil gezocht in meer wettelijke regels en meer  toezicht om ongevallen in de toekomst te kunnen helpen voorkomen. Maar dat tijdperk is nu definitief voorbij; niet alleen vanwege de nieuwe veiligheidsfilosofie, maar ook omdat wij nu leven in het tijdperk van de zelfregulering.

Nu ligt immers het accent sterk op ‘geen betutteling meer van de overheid, de overheid op afstand en laat het aan de sector zelf over’. Voor het onderwerp veiligheid betekent dit dat de  veiligheidsregels steeds minder vaak in wetten worden vastgelegd en steeds meer worden verankerd in de normen en richtlijnen van de sector zelf. Omdat deze normen en richtlijnen – vanzelfsprekend –  een verbindende voorschriften zijn, onttrekken zij zich veelal aan het (toe)zicht van de overheid. De samenleving is door deze gang van zaken voor haar veiligheid steeds afhankelijker geworden van het  veiligheidsbeleid van de ondernemingen en organisaties zelf. Nog steeds kan ik mij hierin prima  vinden, mits de ondernemingen en/of organisaties zich dan ook aan hun eigen regels houden. Maar hier wringt nu de beroemde veiligheidsschoen, omdat de ervaring leert dat zeker de niet-verbindende regels heel gemakkelijk het onderspit kunnen delven bij afwegingen met andere belangen, met name met economische belangen.

Discussie

Heel graag zou ik nog eens ter discussie willen stellen wat je nu eigenlijk van de eigen  verantwoordelijkheid zou mogen verwachten. Geen details, maar wel de hoofdlijnen, de uitgangspunten of beginselen. Als daar geen duidelijkheid of eensgezindheid over gaat bestaan, dan kom je voor de veiligheid in een casinospel terecht. Het kan goed gaan, maar ook totaal verkeerd. Daarnaast houdt de ene organisatie zich wel braaf aan de regels en de andere niet. Kortom, die zin van ‘laat het aan de sector zelf over en geen betutteling meer door de overheid’ is een prachtige zin, maar dan moeten alle sectoren het ook waarmaken.

Ik sta open voor uw suggestie en debat.

Vroeger werd veiligheid lange tijd gezien als een taak van de overheid alleen. Maar in de 80-er en 90-er jaren van de vorige eeuw is in deze filosofie, zowel nationaal als internationaal, een fundamentele wijziging gekomen. Sindsdien wordt veiligheid nog wel gezien als  een taak van de overheid, maar… burgers, ondernemingen en organisaties zijn hiervoor nu medeverantwoordelijk geworden. Op zich vind ik deze koerswijziging logisch en begrijpelijk, omdat velen zich realiseren dat de overheid natuurlijk nooit alleen de veiligheid kan garanderen of waarborgen. Maar helaas heeft de overheid nooit de regie genomen om – liefst zo eenduidig mogelijk – vast te stellen wat je nu eigenlijk van die eigen verantwoordelijkheid van ondernemingen en/of organisaties zou mogen verwachten.

Tijdperk van de zelfregulering

Bij vele onafhankelijke onderzoeken blijkt daarover in de praktijk grote onduidelijkheid te bestaan. Vroeger werd na bijna alle ernstige gebeurtenissen heil gezocht in meer wettelijke regels en meer  toezicht om ongevallen in de toekomst te kunnen helpen voorkomen. Maar dat tijdperk is nu definitief voorbij; niet alleen vanwege de nieuwe veiligheidsfilosofie, maar ook omdat wij nu leven in het tijdperk van de zelfregulering.

Nu ligt immers het accent sterk op ‘geen betutteling meer van de overheid, de overheid op afstand en laat het aan de sector zelf over’. Voor het onderwerp veiligheid betekent dit dat de  veiligheidsregels steeds minder vaak in wetten worden vastgelegd en steeds meer worden verankerd in de normen en richtlijnen van de sector zelf. Omdat deze normen en richtlijnen – vanzelfsprekend –  een verbindende voorschriften zijn, onttrekken zij zich veelal aan het (toe)zicht van de overheid. De samenleving is door deze gang van zaken voor haar veiligheid steeds afhankelijker geworden van het  veiligheidsbeleid van de ondernemingen en organisaties zelf. Nog steeds kan ik mij hierin prima  vinden, mits de ondernemingen en/of organisaties zich dan ook aan hun eigen regels houden. Maar hier wringt nu de beroemde veiligheidsschoen, omdat de ervaring leert dat zeker de niet-verbindende regels heel gemakkelijk het onderspit kunnen delven bij afwegingen met andere belangen, met name met economische belangen.

Discussie

Heel graag zou ik nog eens ter discussie willen stellen wat je nu eigenlijk van de eigen  verantwoordelijkheid zou mogen verwachten. Geen details, maar wel de hoofdlijnen, de uitgangspunten of beginselen. Als daar geen duidelijkheid of eensgezindheid over gaat bestaan, dan kom je voor de veiligheid in een casinospel terecht. Het kan goed gaan, maar ook totaal verkeerd. Daarnaast houdt de ene organisatie zich wel braaf aan de regels en de andere niet. Kortom, die zin van ‘laat het aan de sector zelf over en geen betutteling meer door de overheid’ is een prachtige zin, maar dan moeten alle sectoren het ook waarmaken.

Ik sta open voor uw suggestie en debat.

Eén reactie op “Veiligheid. Wat mag je verwachten?

  1. Ik ben het eens met de stelling dat de burghers en bedrijven medeverantwoordelijk zijn voor de veiligheid. Stel me daarbij echter de vraag of de burgers en bedrijven in staat zijn om objectieve regels aan zich zelf te stellen. Voor de burgers is deze zogenaamde zelfregulering vanzelfsprekend niet van toepassing. Zij is niet in staat om zichzelf te reguleren. Wellicht klinkt dit erg kjleinerend of patriotisch maar door de eeuwen heen is gebeleken dat individuen het algeem belang niet of niet geheel kunnen bedienen. Het ontaard hoe dan ook in eigenbelang. Als overheid kunnnen we alleen maar verwachten dat burgers de door de overheid gestelde normen naleven en daar waar noodzakelijk een helpende hand toesteken. Wel is hierbij van belang dat de regels duidelijk zijn. Voor bedrijven geldt dat zij hun eigen regels telkens weer niet naleven of zich beroepen op onduidelijkheid van regelgeving. Voorbeelden te over om deze stelling te onderbouwen. Ik vraag me dan af of je als overheid deze zelfregulering moet stimuleren en zo hoever moet daarin meegaan?.

    Veilighied is naar mijn mening een van de kerntaken van een rechtsstaat. Filosofisch gezien staat dit opgesloten in het contract die de burger heeft afgesloten met de overheid. “in ruil voor veiligheid, gezonheid etc. betaal ik belasting”. Nu de overheid krap staat bij de kas (om welke redenen dan ook) roepen we heel snel “de overheid moet zich terugtrekken burgers en bedrijven moeten het zelf regelen”. Een fundamentele fout volgens de filosofie van Hobbes.

    Naar mijn mening moet het de overheid zijn die de kaders (regels) stelt. De verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven ligt op het gebied van naleven van de regels. De tendens van afgelopen jaren op het het gebied van zelfregulering en eigen toezicht heeft naar mening een hoop ellende veroorzaakt en wellicht de kern is van de huidge crisis. Daarom pleit ik voor een sterke maar gerechtvaardige overheid, die kaders (regels) stelt en daar toezicht op houdt, al gaat dat ons meer geld kosten. De kosten zullen naar mijn mening minder zijn dan wanneer achteraf gerepareerd moet worden. Zie finaciele markten!.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *