Ter gelegenheid van de uitreiking van de Max van der Stoel Mensenrechtenprijs van de Universiteit van Tilburg en de landelijke Onderzoekschool Rechten van de Mens stelde Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven – als voorzitter van de Stichting Maatschappij, Veiligheid en Politie – dat naar zijn mening de burgers het recht hebben om de waarheid te mogen weten.
Het recht op de waarheid zou naar zijn mening een aanvulling kunnen c.q. moeten zijn op de bestaande mensenrechten. Zeker in een democratische samenleving, waarvan een kenmerkende eigenschap is dat men open en transparant over allerlei zaken moet kunnen beslissen, is het noodzakelijk dat men precies weet wat er zich heeft afgespeeld.
In het geval van ernstige gebeurtenissen, een ramp of een ongeval, is de bestaande overheidsrechtspraak niet geëquipeerd om te geraken tot een diepgaand en betrouwbaar onderzoek naar de oorzaken en de gevolgen. De overheidsrechtspraak kent op dit gebied met betrekking tot de waarheidsvinding zijn beperkingen.
Nederland mag zich gelukkig prijzen met het bestaan van een Onderzoeksraad voor Veiligheid. Een afzonderlijke onderzoeksorganisatie met eigen wettelijke bevoegdheden die zich ten doel stelt om precies te achterhalen wat er zich bij een ernstige gebeurtenis heeft afgespeeld.
Vele landen kennen dergelijke instituten niet en denken met een strafrechtelijk onderzoek of met een onafhankelijk onderzoek zonder bevoegdheden of wettelijke bescherming de waarheid te kunnen achterhalen. De strafrechter beperkt zich echter tot hetgeen de officier van justitie ten laste heeft gelegd.
Gelet op het gegeven dat wij leven in een uitermate complexe samenleving, waarbij vele tegenstrijdige belangen een rol spelen, kan het recht op de waarheid voor de burgers worden beschouwd als een mensenrecht van grote betekenis.