Falend toezicht
De maatschappelijke en politieke verontwaardiging rond de salarisverhoging van ING topman Hamers was groot en dat leidde tot imagoschade en het weglopen van klanten bij de bank. Geschrokken van de commotie trok de Raad van Commissarissen het voorstel snel in. Hoe naïef kun je als toezichthouder zijn om deze vorm van zelfverrijking goed te keuren? Er is geen enkel argument te bedenken voor de rechtvaardiging hiervan.
De ING kwestie staat niet op zich. De laatste jaren is een opeenstapeling van falend toezicht aan het licht gekomen. Voorbeelden zijn de COR van de Nationale Politie, Rochdale, Vestia, seksueel misbruik in de topsport, de VW dieselgate en ga zo maar door
Het verval der instituties is al een tijdje zichtbaar, maar nu blijkt dat ook de toezichthoudende organen niet meer te vertrouwen zijn. Op zich niet zo vreemd, omdat toezichthouders over het algemeen deel uitmaken van diezelfde institutionele macht. Er is een cultuur van ‘old boys netwerk’. Voormalig topfunctionarissen uit het bedrijfsleven en ex-politici schuiven elkaar de commissariaten toe. Het is blijkbaar normaal dat je minimaal 5 of 6 commissariaten hebt met een jaarlijkse vergoeding van ca. € 40.000 per commissariaat. Gemakkelijk verdiend met een paar goed gefêteerde vergaderingen. Er is doorgaans geen binding met de organisatie, de kennis van betreffende dienstverlening ontbreekt en er is vaak weinig tijd de dossiers inhoudelijk goed voor te bereiden.
Een bijkomend probleem is dat de toezichthouders zich graag focussen op het bedrijfsresultaat en daardoor verblind raken voor belangrijke issues als bijvoorbeeld de risico- en crisisbeheersing binnen de organisatie. Juist daarin dienen toezichthouders scherp te zijn en als het misgaat het bestuur van goede adviezen te voorzien. In de praktijk blijkt dat bij crisissituaties de toezichthouders wel erg simpel buiten schot blijven.
Overigens geldt het ‘regentennetwerk’ niet alleen voor de toezichtsorganen, maar ook voor de vele onderzoekscommissies die door het Rijk worden ingesteld. Het voorzitterschap gaat meestal naar een ‘vriendje’ met de gewenste politieke kleur. Een recent voorbeeld is de commissie die onderzoek doet naar ons democratisch bestel onder leiding van Johan Remkes. Nota bene iemand die 50 jaar daarin heeft gefunctioneerd. Hoe objectief en geloofwaardig kun je nog zijn om met verbetervoorstellen te komen?
Om problemen zoals bij de ING bank te voorkomen, moet het interne toezicht in de publiek- en private sector veel professioneler worden georganiseerd. Het roer moet om. Minder vriendjespolitiek, meer aandacht voor jeugdig talent en diversiteit, transparante sollicitatieprocedures, voldoende kennis van de betreffende product- en/of dienstverlening alsmede deskundigheid in veiligheid en crisisbeheersing. Een verplichte opleiding bij het Nederlands Centrum voor Directeuren en Commissarissen (NCD) zou hier niet misstaan. Tevens moeten er heldere (wettelijke) procedures komen voor onafhankelijk extern toezicht op de organisaties en toezichtsorganen. Dit mag niet alleen een verantwoordelijkheid zijn van de aandeelhouders of het zittende bestuur. De voorzitter van de Stichting Maatschappij en Veiligheid Mr. Pieter van Vollenhoven doet daarvoor vanuit veiligheidsperspectief en het algemeen maatschappelijk belang een eerste aanzet in zijn recent verschenen notitie “Zelfregulering: noodzakelijk, maar geen casinospel!”.
Gert-Jan Ludden
06-51817733
gludden@svdc.nl
Gert-Jan Ludden is adviseur crisisbeheersing bij SVDC.
* Veiligheid is van iedereen. We geven daarom graag het woord aan een breed scala van externe deskundigen om onderzoeken, ideeën en inspiratie met u te delen. Het gaat hierbij niet om standpunten van de Stichting Maatschappij en Veiligheid. De stichting is dan ook niet verantwoordelijk voor de inhoud van de rubriek ‘Het woord is aan …’