Veel kritische geluiden bij de Rondetafelbijeenkomst (5 oktober 2011) over de algemene maatregel van bestuur van minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Donner tot het instellen van de Commissie advies- en verwijspunt klokkenluiden. De commissie zoals de minister voorstaat, heeft alleen een advies- en verwijsfunctie en geen onderzoeksbevoegdheid, terwijl hieraan juist – al jaren – behoefte is.
Ook werd stilgestaan bij het initiatief wetsontwerp klokkenluiders van SP-Tweede Kamerlid Ronald van Raak dat bijna gereed is. In dit voorstel wordt wél uitgegaan van een instantie die onderzoek doet naar klokkenluiderszaken. Probleem is echter dat het minstens anderhalf jaar gaat duren vooraf dit wetsvoorstel in werking zou kunnen treden. Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven, voorzitter van de SMVP, opperde dat zo lang er nog geen aparte onderzoeksinstantie voor klokkenluiders bestaat, de bestaande onafhankelijke onderzoeksinstellingen zoals de Onderzoeksraad voor Veiligheid, de Nationale Ombudsman en de Algemene Rekenkamer met deze onderzoeken zouden kunnen worden belast.
Het is nu aan de Tweede Kamer om zich hard te maken voor een goede klokkenluidersregeling, waarbij opgemerkt werd dat oplettendheid geboden is opdat deze algemene maatregel van bestuur niet ongemerkt de Tweede Kamer passeert.
Zie hieronder een eerder persbericht van de SMVP naar aanleiding van de plannen van de minister.
Voorstel van Minister Donner lijkt Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven geen aanwinst voor klokkenluiders
De Stichting Maatschappij, Veiligheid en Politie (SMVP), onder voorzitterschap van Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven, vindt het huidige voorstel van Minister Donner (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), ‘het advies- en verwijspunt voor klokkenluiders’, geen aanwinst voor klokkenluiders in het algemeen. De commissie die Minister Donner voorstaat, heeft zelf geen onderzoeksbevoegdheden en wordt benoemd door de minister zelf.
De SMVP hecht veel waarde aan meldingen van mogelijke misstanden. De maatschappij is er voor haar veiligheid mee gebaat dat mogelijke misstanden tijdig worden gemeld en onderzocht. Dergelijke meldingen vereisen echter een kwalitatief goed en onafhankelijk onderzoek. Een onderzoek dat zich niet richt op de beantwoording van de schuldvraag – daarvoor is het Openbaar Ministerie – maar op het lering trekken. Bij dergelijke onderzoeken moet ook niet worden gedacht aan de inschakeling van de bestaande inspecties, omdat zij als toezichthouder te veel bij de materie kunnen zijn betrokken.
De conceptrapporten van de onderzoeksinstantie dienen ter inzage en voor commentaar te worden gestuurd naar diegenen die bij een mogelijke misstand zijn betrokken. Eveneens dienen de betrokkenen verplicht op de aanbevelingen te reageren. Kortom, de instelling van een doorverwijscommissie – zonder bevoegdheden – lijkt op dit gebied weinig zinvol.
Zo lang er nog geen aparte onderzoeksinstantie voor klokkenluiders bestaat, is de SMVP er voorstander van dat de bestaande onafhankelijke onderzoeksinstellingen (zoals de Nationale Ombudsman, de Algemene Rekenkamer en de Onderzoeksraad voor Veiligheid) met deze onderzoeken worden belast. De voorzitters van deze instellingen zouden dan in eerste instantie gezamenlijk als meldpunt voor klokkenluiders kunnen dienen.